Postkantoor te BazHier vanuit Lezhe, op een boogscheut van Shkoder waar ik morgen bij Pellumbs'familie wordt verwacht.
Prap. Opnieuw.
Ik had ik er in maart vorig jaar een paar dagen verbleven, voor mijn eindwerk, en kan deze lieve mensen nu niet zomaar laten passeren.
Zo ben ik daar weer een beetje in Belgie nog voor ik het vliegtuig op ga, en zal ik in bij ons ook nog een beetje daar zijn.
Daarnet in Baz tevergeefs een postkaart proberen te sturen naar mijn geliefde (Belgenland). Het was daar waar ik 2 jaar terug met Kathy kampeerde op de laatste Balkantour. Het was wel een beetje raar daar terug te passeren, al was dit aanvankelijk niet de bedoeling. Ik had zo graag, voor even nog, de minst voor de hand liggende weg genomen, die mij door Kukore Lures Nationaal Park zou brengen. In het park zou er een meer vol waterlelies zijn. Zou... Ik had reeds vele erbarmelijke wegen getrotseerd maar deze tartte elke verbeelding. De Albanezen zelf vertelden over deze weg dat het echt een catastrofe was. Zo de laatste strofe van het mooiste Albanese berglied besliste er anders over. Lustig werd het woud hier schandelijk leeggeroofd en waren er door de camions ontelbare wegenuitgesleten bij het begin van het park.
Vriendelijke camionchauffeurs met kasten van bomen, of wat er van die stammen moest worden... De economie ten koste van dit prachtig stukje natuur. De lieve kindjes van de camionchauffeurs wachtend in het dal op een betere toekomst...
Ik cirkelde als een adelaar, er zouden er daar zitten in het park, 60 kilometer over waanzinnig slechte wegen die mij telkens naar leeggeroofde bossen (lees:niets) brachtten. De uren tikten weg, mijn rantsoen geraakte opgesouppeerd en de moed zakte in mijn schoenen (eerder beslijkte Jezussletsen tijdens de 14de statie op weg naar het paradijs).
KOoeeeeNNNNNNNN!!!!
En ik gaf het op, godverdomme...
Dat staat nomaal gezien niet in de woordenboek van een Flandrien.
Zo ben ik dan maar deze ochtend via Burell richting Lezhe (hier) op weg naar Shkoder over de asfaltweg. Mijn Paard, al noem ik hem nu eerder ezel GOMAR!!!!!!!!!! omdat gij me door Ture Lures Nationaal Park een beetje in de steek heeft gelaten. Zwaar gehavend als een gewonde soldaat, beslijkt vanuit de loopgraven en met een scheef wiel terug naar het thuisfront. Maar niet getreurd, voor de rest hangt alles er nog aan!!! Laatste nacht werd ik in Burgejes te slapen gelegd bij de familie Bajrami. Ik vertelde aan een Taxibuschauffer die bij een plaatselijk cafeetje aan zijn auto aan het sleutelen was hoe ik telkens de nacht doorstond. Hajdi,Hajdi!!! zei de man. Ik begon het na 3 weken Albanezenland een beetje te begrijpen. Kom! Kom!!! Ik was zijn gast voor de avond. Hij wooonde slechts een stoffige heuvelweg van hier, hij reed voor en ik volgde. Tot halverwege dan toch, daar nam zoonlief van 10 het stuur over. Hij deed het voorbeeldig.
We reden de oude huizenrij op de heuvelrug dichterbij langs de geruineerde moskee. Bij het laatste huis reden we op. Een halve ruwbouw naast het oude huis, deed (voorlopig) dienst als huis voor de koeien, wel was de badkamer er reeds in ondergebracht,in de ruimte stond een toilet en een plastieken kuip en andere bidons vol water.
Ik schepte er heerlijk warm water over mijn zoute vel. De dochter had er op een houtvuur buiten opgewarmd. Deze douche kwam hier meer dan welkom. De laatste 2 nachten had ik mijn tentje kunnen gebruiken bij gebrek aan een alternatief, dus weinig badkamer,maar veel wilde beestenzweet in de bergen.
Gezellig dicht de familie rond mij. Wij aten samen, beter, de mannelijke helft van de familie at te samen terwijl ze door de vrouwelijke helft werd bediend. Ik had het hier weinig anders gezien, en vond het soms wel pijnelijk beschamend hoe de mannen zich op hun wenken lieten bedienen en de vrouwen zich in deze situatie positioneerden. De oudste dochter waste mijn stinkende t-shirt. Vader verstond echt niet dat ik dit zelf wou doen, ik voelde, er was geen dialoog te beginnen...
De gebruikelijke frieten met kaas, augurken en brood (en een heerlijke bonensoep) net voor het slapengaan. De zetels werden opgevouwd en de eetplaats veranderde in een slaapkamer, snurkende pa en de zoon aan mijn zij, de mama en de dochters in de andere kamer. Nate e Mire! Gastvrijheid bijna als iets vanzelfsprekend, toch ik ben hen dankbaar, en besef dat het ook telkens anders kan varen.
Zoals de nacht ervoor, toen ik bij de laatste klim naar de Celeste met de nacht reeds op mijn hielen, ik geen Albanees huis vond.
Drietan, stond er bij zijn koe in het halve duister, hij toonde mij de weg naar zijn huis waar zijn mama, papa, 2 zussen en 2 broers woonden. Ik bereikte het lichtje in het duister langs een steil baantje. Moeder kwam uit de stallingen, maar ik begreep direkt dat ik hier niet welkom was. Gelukkig gaf de maan mij die nacht genoeg licht om mijn tent bij een eenzame muur van een verlaten huis op te zetten. Zonder hoop en zonder eten stuurde jij me *weer naar bed... Gelukkig is de Albanese versie van "Mia" zonder*!!!
Nog voor ik het vergeet,vanwaar dit luik begon, of moet beginnen.
In Tetovo bij de Bektashis, een religieuse minderheid in Albanie (en Turkije) die ergens het midden houden tussen de Islam en het Christendom, uiterst interresant en met veel meer ruimte voor het mystieke. Pi Raki? vroeg Teto tovenaar. Yo Falamindeirit Nee Dank u. Perse Yo? Waarom niet? Ti ke Musliman? Ben jij Moslim?
Yo Yo Une jam Cycliste!!! Ik geloof dat ik jullie ga laten lieve vrienden, buiten wacht de wereld voor even nog de Albanese. Al een beetje afgekoeld van de hete middagzon ben ik nu helemaal op weg naar den Belgiek.
Ik geloof of hoop aan mijn scheef wiel dat jullie niet ver meer zijn.
Tot in ons vlakke landje,jullie allemaal!!!
Van Koen