Piotr had mij dus die nacht te slapen gelegd in zijn kamer naast de ronkende machinerie van Chinese makelij. In de jaren 70, toen Albanie nog goede banden onderhield met China, werden deze kolossen van turbines uit het Oosten tot ginder heen gebracht. Hoe ze tot theth zijn geraakten blijft me echt een raadsel. Toch even heimelijk lag Theth daar klaar om ontdekt te worden. Al moet ik niet doen alsof ik Colombus ben in Albanie. Ten tijde van het communisme was dit een toeristische uitstap voor het gezin. Niet zonder reden, de oude typische huizen uit het hoge noorden samen met de omringende bergen mogen als in van de mooiste pareltjes van Europa gezien worden. Gelukkig had communistisch Albanie ondanks zijn isolement, Theth nog. Er moet hier toen zelfs een hotel geweest zijn en woonden er nog zo een 7000 mensen in en om Theth. De jaren nadien kende het een enorme leegloop, slechts een klein aantal zijn achtergebleven in de bergen. In 1997 werd het hotel vernield en verschansten gewapende bendes zich in de bergen. Tot over enkele jaren was het strikt af te raden richting Theth te rijden. Soms kan je nog 4maal4's zien rijden met een sticker op hun acherruit dat als verbodsteken tegen wapens telt. Nu is de toestand veel verbeterd. Hier en daar kan je nog houten of stenen kruisen zien langs de kant van de weg (in de vorige vallei enkel in de gevaarlijkste bochten, dus waar ze met hun auto in de ravijn zijn gesukkeld) die hier op niets vermoedende punten staan...
Ik liet die ochtend mijn fiets achter bij Piotr in de hydrocentrale om terug richting Theth te gaan en over het hachelijk plankenobject over de rivier dezelfde sprongen te maken over de keien als het roodharig blauwogig bergvrouwtje van de avond ervoor. Toch hoe nietsvermoedend je ook de omheinde grasvelden, hun moestuinen en tradionele huizen wil bereiken. Er is geen doorkomen aan, hoe eigenaardig de wegeltjes en waterloopjes zich tussen dit alles kronkelen, zo moet je je ook als buitenstaanders er door voortbewegen. De Mallores (het bergvolk) verwelkomden mij hartelijk, al is fotograferen niet altijd vanzelfsprekend. Die ochtend had ik na mijn Albanees ontbijt (een koffie met al of niet Raki - die ik wijselijk afwimpel)met een knorrende maag Theth bereikt. Het was toch zo een 1 uur en een half terugwandelen. In Theth zelf kregen mijn ogen een zodanige overvloedige kost dat ik opslag mijn honger vergat. Toch, toen ik op plaatsje waar 2 wegelttjes en een hofje bij een rokennd huis, mijn schetsboek ook een beetje te kost gaf, kwam een vriendelijk bergvrouwtje me uitnodigen. Hajdi Hajdi - Kom Kom - Buk Buk - Brood Brood. Als een hongerig hondje volgde ik haar tussen de houten omheiningen en rotsige muren op weg naar haar huis. Het was nog vroeg in de ochtend, en een oude man lag er binnen nog te slapen in een donkere plaats bij de haard. Zij maakte hem wakker, ze stopte hem een bijl in de hand en wat hout om het vuur aan te maken en zij serveerde mij al het lekkers wat ze in huis hadden. een platte koek van mais,witte kaas,zure augurken en tomaten, pijpaujuinen (daar zijn de Mallores zot van; ze eten die die zo uit het vuistje)verse melk, stukken zwijnevet en twee vissen. Raki heb ik tijdens mijn toch meer dan rijkelijk ontbijt afgezworen. Toch ik heb er een ganse fles van mee voor de liefhebbers. Raki uit Theth!!! Gezoare Gezoare. In welke tijd ik er gekatapulteerd werd verwarde me heimelijk. Voor even stond de wereld stil en kon alles me gestolen worden, ik ben hen dankbaar voor grenzeloze gastvrijheid. Mijn gedachten konden zich toen niet verplaatsen naar den Belgiek en maar goed ook. Zulkse taferelen zouden moeten bewaard worden, toch het is beter dit zo als nietsvermoedend te laten zoals het is. Ook wil ik eigenlijk niemand vertellen hoe ongelooflijk fantastisch het leven in Theth is, al was het maar om er niet teveel volk naar toe te lokken...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten